Hongarije van 5 t/m 26 juli 2009
door: Henk de Lange
foto's: Karin Strijker en Henk de Lange (tenzij anders vermeld)
Inleiding
Waar zouden we dit jaar eens heen met vakantie? De laatste jaren gingen we richting Scandinavië en deze keer wilden we wat anders. Heel lang dachten we aan Frankrijk (Normandië) of Engeland (Lake District), maar de laatste week dacht ik ineens aan Hongarije en aan het verslag van Jacob Poortstra die daar in 2005 was geweest en een aantal mooie soorten had gezien.
Na enkele campings te hebben bekeken op internet besloten we de beide campings aan te doen die Jacob ook had bezocht (lekker makkelijk). Camping Aucost bij Vatja, deze wordt door veel fotografen bezocht. Een paar bekende namen die daar tijdens het 10-jarig bestaan van de camping zijn geweest zijn o.a. Flip de Nooyer en Danny Ellinger. Bij deze camping hebben ze een leuk speeltuintje en een paar leuke zwembaden op 400 meter lopen, ik ben tenslotte op reis met Karin en de kinderen Morris (4) en Finn (7) en heb natuurlijk met meerdere belangen rekening te houden. De tweede camping Farm Lator bij Sally is een echte camping voor natuurliefhebbers, goed voor veel vlinders, vogels en overige natuurbeleving. Beide campings hebben Nederlandse eigenaren.
De heenreis deden we in twee dagen, één keer overnacht in een Hotel in Praag. De terugreis hebben we in één keer teruggereden (1525 km),ruim 16 uur over gedaan.
Wat mij vooral opvalt in Hongarije is dat de landbouw zich tussen de natuur begeeft en dit in Nederland voor mijn gevoel precies andersom is. Hier heb je stukjes natuur tussen de landbouw en proberen we met akkerrandenbeheer het geheel wat aantrekkelijker te maken, iets wat daar vloeiend in elkaar overloopt. Hopelijk blijft dat daar gewoon zo en wordt het hier beter. Veel zonnebloemvelden in Hongarije, hadden we niet verwacht. Verder heeft ieder dorp haast wel zijn ooievaarsnest of -nesten. We kwamen zelfs door een dorp (Gelej) van ca. 1 km lengte met maar liefst 12 ooievaarspalen, en op één na allemaal bezet. In de dorpen over het algemeen veel Turkse Tortels en daarbuiten vaak veel Zomertortels; Houtduiven daarentegen zie je er bijna niet.
Periode 1: 07 t/m 17 juli camping Aucost
De camping ligt in een licht heuvellandschap nabij het plattelandsdorp Vajta met veel graan en zonnebloemvelden en ruigere stukjes natuur er tussenin.
Je hebt vanaf hier een goede uitvalsbasis naar veel andere interessante natuurgebieden in de omgeving.
De tijd dat wij er zaten was het er wel erg warm, meerdere dagen rond de 35 graden: dus was het in de middag zwemmen geblazen.
De camping en omgeving
We werden door de eigenaren Hans en Liesbeth onthaald met een drankje bij aankomst (nog nooit eerder meegemaakt, heel attent!). Ze nemen ruim de tijd om je van alles te vertellen wat interessant en handig is om te weten over de omgeving. Daarnaast hebben ze voor de vogelaars de nodige informatie op papier gezet over wat interessant is om heen te gaan en wat waar mogelijk waar te nemen is, met routeomschrijvingen en korte gebiedsomschrijvingen en al, waaronder ook een lijst met het aantal waargenomen soorten van de afgelopen 10 jaar. De teller stond op 231 en ik kon er zelfs nog één aan toe voegen, jawel: de Nijlgans, die vloog recht over de tent.
Zoals ik hierboven al genoemd had komen er veel fotografen (o.a. van Foto Natura) geregeld in het voorjaar om hier een aantal mooie plaatjes te kunnen schieten. Er hangen een paar prachtige foto's in de openbare ruimte van de camping.
We waren nog net in de week voor het hoogseizoen en het was nog lekker rustig de eerste week dat wij er waren. Vanaf de tent kon je makkelijk de volgende soorten waarnemen: o.a. Bijeneters, Grauwe Klauwier, Grauwe Vliegenvanger (zat in een boom voor de tent op een nestje), Putter, Zwarte Roodstaart, Groenling, Ringmus, Witte Kwikstaart, Ooievaar (liep gewoon over de camping), Wielewaal (gehoord), Spreeuw, Bonte Kraai, Zomertortel, Kwartel (gehoord), Koekoek (gehoord), Boerenzwaluw en Huiszwaluw.
Ooievaar, wandelend over het campingterrein niet ver van de tent, en Bijeneter
Naast de camping waar je leuk kunt rondlopen tussen de zonnebloemvelden, heb ik naast de Grauwe Klauwieren, Bijeneters en Kwartels, hier eveneens o.a. de Buizerd, Torenvalk, Bruine en Grauwe Kiekendief, Roodborsttapuit en Bonte Kraai gezien.
Op weg naar het zwembad de Europese Kanarie en Sijs en net buiten de camping bij het voetbalveld moet ook de Draaihals zitten, maar door mij niet gezien helaas. Net zoals de Syrische Bonte Specht, die zit er eveneens in de omgeving, maar niet gezien of gehoord.
Naast de vogels zaten er rond het toiletgebouwtje smaragdhagedissen en een enkele boomkikker. De boomkikkers waren in de avond en nacht in grote getale te horen vanuit het dal beneden, waar een stroompje liep.
Op zo'n 800 meter hemelsbreed zit een kolonie Bijeneters samen met Oeverzwaluwen. Dat is vanaf de camping links rijden in noordelijke richting en dan ca. 1 km een klein asfalt weggetje in naar links (staan borden bij van de Europese Unie). Je komt het vanzelf tegen aan de rechterkant van het weggetje; het loopt trouwens wel dood.
Natuurgebied Lato-Hegy
Dit heuvelachtige natuurgebied ligt aan de overkant van de weg van de camping. Hier kan men leuke wandelingen maken en er ligt een zandafgraving waar een kolonie Bijeneters en Oeverzwaluwen broedt. Het wordt gebruikt door een schaapherder met zijn kudde.
Hop + gebied Lato-Hegy waar veel Bijeneters zaten
Ik ben er enkele keren geweest en heb er meerdere Hoppen gezien. De Wielewalen hoor je hier aan alle kanten en ik heb hier veel het "gaai"-geluid van de Wielewaal goed gehoord. Ik zag hier een leuk groepje Boomleeuweriken scharrelen toen ik naar een Hop zat te kijken op een open stukje in het bos met overvliegende Bijeneters. Bij de zandafgraving in de buurt en langs de helling van het grote open veld aan de bosrand een paar keer een Hop zien wegvliegen. Op de struwelen verder veel Grauwe Klauwieren en Bijeneters. Van de laatste vliegen hier 10-tallen exemplaren rond. Verder nog Ringmus, Vink, Geelgors, Groenling, Grote Bonte Specht, Houtduif, Turkse Tortel en Zomertortel.
Bijeneter
De laatste 300 meter net voordat je het dorpje weer in komt zitten eveneens veel Bijeneters; hier kun je ze vanaf het zandpad makkelijk hun nesten in en uit zien gaan. Kortom voor de Bijeneter, Grauwe Klauwier, Wielewaal en de Hop is dit een prachtig e plek om ze veel te zien.
Link naar GoogleMaps:Lato-Hegy (zie zandafgraving in het midden)
Natuurreservaat Rétimajor
Dit is een gebied van visvijvers en ligt op zo'n 10 km van de camping in noordelijke richting.
Je kunt er mooi tussen de vijvers doorlopen, met hier en daar een uitkijkpunt, vaak niet meer dan zo'n jagersverhoging. Er werd wel veel geschoten en het schijnt dat men vooral wil voorkomen dat er zich een Aalscholverkolonie vestigt. Het gevolg hiervan is dat de vogels zeer verstoringsgevoelig zijn en het moment dat ze je zien vliegen ze al op. En er wordt natuurlijk veel gevist.
Er zijn meer dan 220 soorten waargenomen in het gebied, zo'n 60 % van wat er in Hongarije voorkomt en zo'n 100 soorten daarvan broeden er in de directe omgeving.
Aan de vooringang (links) van het reservaat kom je op een breed zandpad (met overzichtsbord in het begin), dat naar een klein centrum leidt met een paar gebouwen voor accommodatie, wellnesscentrum, museum en restaurant. Om de visvijvers te bezoeken schijn je een bewijs van toegang te moeten kopen. Met veel moeite heb ik er één gekocht, maar achteraf vond ik het overbodig, het interesseert ze zelf niet eens.
De tweede keer heb ik dus gewoon niets gekocht (om 5:00 was er nog niemand aanwezig) en ik was aan de andere kant van het reservaat binnengekomen (rechts van het reservaat bij een parkeerplaats waar veel vissers komen bij de grote visvijver). Bij de camping zeiden ze al dat het geen zin had, alleen als ze er naar vragen koop je op dat moment een kaartje, en dat vragen doen ze hoogstwaarschijnlijk toch niet. Vanaf 6 uur mogen de vissers het terrein op, dus tot die tijd was het lekker rustig.
Kwak
Wat hebben wij gezien: een 10-tal Kwakken (zaten er wel 20 in de bomen vlak bij de parkeerplaats aan de overkant van de weg bij de achteringang van de visvijvers), Lepelaars, Grote en Kleine Zilverreigers, Ralreigers, Blauwe en Purperreigers, Woudaap (gehoord), 1 Zwarte Ooievaar(op 10 meter afstand), Ooievaar, 1 Zeearend, Sperwer, Buizerd, Torenvalk, Fuut, Dodaars, Waterral, Meerkoet, Aalscholver, Dwergaalscholver, Knobbelzwaan, Grauwe Gans, Wilde Eend, Tafeleend, Krooneend met jongen, meerdere Witoogeenden met jongen, Geelpootmeeuw, Kokmeeuw en Zwartkopmeeuw (broedvogel), Visdief, Zwarte Stern, Witwangstern, Witvleugelstern, Buidelmees (hoor je hier overal), Rietzanger, Rietgors, Kleine en Grote Karekiet, Baardman, Wielewaal, IJsvogel, Zomertortel, Houtduif, Holenduif, Kievit, Oeverloper, Ekster, Ringmus, Grauwe Klauwier en een wegvliegend Kleinst of Klein Waterhoen, dat kon ik zo snel niet meer zien.
Kortom, zeer de moeite waard om te bezoeken. Er zijn hier nog veel meer soorten te zien, die ik hier niet genoemd heb, maar die er wel zitten.
Andere dieren die je hier o.a. kunt aantreffen: das, vos, ree, otter, hermelijn, everzwijn, boomkikkers, knoflookpadden en ringslangen.
Link naar GoogleMaps: Natuurreservaat Rétimajor
Nationaal Park Kiskunsági Nemzeti
Dit nationale park ligt op zo'n uur rijden van de camping en bestaat uit ca. 8 deelgebieden. Het bestaat voor het grootste deel uit poesta, dus grote landvlaktes met grasland. Daarnaast heeft het nog een zouthoudend meer (wat in de zomer echter droog valt) en stuifduinen.
Wij hebben er een dag rondgereden tussen de verschillende gebieden. Ik moet zeggen het is niet altijd goed te zien wat nu onder natuurgebied valt of onder overig gebied: overal waren ze aan het hooien,op de poesta's werd er dus flink gemaaid, zoals ze dat altijd gedaan hebben natuurlijk. Het gebied wordt verder o.a. beweid met Hongaarse stepperunderenen Hongaarse Racka schapen.
Hongaarse stepperunderen kwamen nieuwsgierig een kijkje nemen
De Grote Trap zit hier en dan vooral in de Apaj Poesta. In de zomer heb je helaas een geringe kans er een te zien, hetzelfde geldt voor de Sakervalk. Jammer genoeg beide niet gezien.
We reden over een smal weggetje richting het dorpje Apaj en zagen achter wat bomen een toren staan 200 meter van de weg. Er liep wel een pad heen maar dat konden we voor de helft rijden ongeveer, toen werd het gras te hoog en de kuilen te diep. De laatste 100 meter er naar toe gelopen en wat bleek: stond daar een grote uitkijktoren met picknickbank en een groot bord met uitleg over het gebied dat daar Roodpootvalken zaten en zo. Jawel, betaald door de Europese unie allemaal. Op zich is daar niets mis mee, maar ik kreeg het idee dat nadat het daar is neergezet er nooit iemand meer iets aan heeft gedaan. Het wordt niet aangegeven en het pad is eigenlijk gewoon onbegaanbaar, wel jammer want je hebt echt een mooi uitzicht over de vlakte. Ik zag er inderdaad Roodpootvalken, een Boomvalk, Bruine Kiekendief, Purperreiger, Grauwe Klauwier en Kwartel. Mede voor die hut hadden ze een stuk gebied nat gemaakt, althans in het voorjaar, het was nu uitgedroogd, wel zaten er nog een paar Kieviten op. Verder langs de Apaj poesta rijdend zag ik mijn eerste Kleine Klapekster in een flits en op een pas gemaaid veld wel een stuk of 10 Roodpootvalken.
Al met al vond ik het wat tegenvallen wat natuurbeleving betreft. Het is niet echt toegankelijk. Je rijdt er wat omheen, maar ik denk dat het in het voorjaar wel mooier is hier, dan heb je in ieder geval de Grote Trappen al.
verrassende uitkijktoren
Link naar GoogleMaps: Nationaal Park Kiskunsági Nemzeti (met midden boven het plaatje Apaj)
Periode 2: 18 t/m 26 juli camping Farm Lator
camping Farm Lator
Na een autorit van zo'n 4 uur en een kleine 400 km kwamen we aan op onze tweede camping waar we de overige dagen zouden blijven.
De camping Farm Lator bij Sally (spreek uit op zijn Engels: shine) ligt aan de voet van het Bükk gebergte en is tevens een zeer goed vertrekpunt voor de heuvels en de bergen naar het noorden en de steppen en wetlands naar het zuiden toe, dat alles zeer bereikbaar binnen een uur rijden.
Bükk gebergte
Het dorpje op zich is zeer klein, het stond niet eens op onze ANWB wegenkaart van Hongarije die we hadden gekocht (ik heb geen tomtom). Toevallig had ik nog ergens een telefoonnummer van de camping genoteerd, en na een half uurtje zoeken kwam het te voorschijn en zijn we er met een kleine uitleg wel gekomen. (het dorpje Bükkabrany is het aanknopingspunt naar Sally).
Het is een kleine rustige camping met een aantal pensionbedden. Het hoogseizoen was hier al net afgelopen zei Rob. Voor vlinders is dit een toplocatie, alleen al in de directe omgeving van Farm Lator en het dorpje zijn er ca. 60 dagvlindersoorten te vinden. Wij stonden er de meeste dagen met 3 tenten met kinderen van tussen de 3 en 9 jaar. Dat was wel leuk voor hen allemaal want naast een schommel en een tafeltennistafel was er voor de kinderen niet zoveel aan speelattributen aanwezig.
De eigenaren Rob en Barbara ontvangen iedereen persoonlijk met een ongedwongen prettig gesprek om alvast even kennis te maken. De volgende ochtend kwam Rob langs met een map voorzien van informatie en een gedetailleerde kaart van de omgeving en nam hij uitgebreid de tijd om dit toe te lichten en te vragen wat onze wensen zoal zijn voor de komende dagen. Daarbij kwamen de vogels al snel aan de orde natuurlijk en hij vertelde o.a. waar zich het nest van de Keizerarend bevindt en waar de Oeraluilen in het bos hebben gebroed.
Boomkikker
De camping en omgeving
De camping is omgeven door natuur, op het terrein zelf is een mooie poel aanwezig waar boomkikkers zitten. Wat opvalt aan deze poel, is dat het gebruikt wordt als drinkplaats van bijen. Bij honderden zitten ze langs het randje van het water te drinken; had ik nog nooit eerder zo gezien. Ook zat hier een roodbuikvuurpad in de poel, die zich regelmatig laat horen.
Vogels die ik op en om de camping waargenomen zijn de Appelvinken. Dat geluidje kon ik er door de jaren heen maar niet in krijgen, maar hier vlogen ze af en aan en nu heb ik het in mijn kop zitten! Heel mooi rustig kunnen zien.
De Syrische Bonte Specht (SBS) zag ik mooi op het pad net buiten het terrein samen op dezelfde boom met de Grote Bonte Specht recht tegenover elkaar, ze zaten in een sur place leek het wel; hoe kon je nog mooier vergelijken.
Verder zaten er een paar Zwarte Roodstaarten. Ik heb een paar keer een Raaf over zien vliegen, en een keer een groepje Bijeneters; deze zitten een stukje terug bij een soort kleine steengroeve net buiten het dorpje. De Grijskopspecht en de Bosuilen regelmatig gehoord. Overvliegend o.a. Havik, Buizerd, Keizerarend, Europese Kanarie, Groenling, Putter, Ringmus en Huiszwaluwen.
Link naar GoogleMaps: camping (einde weggetje links)
Wandeling naar het nest van de Keizerarend
De eerste ochtend na de dag van aankomst nadat ik van Rob de informatiemap had gekregen kwam ik aan de praat met Udo mijn buurman. We hadden het al snel over van waar je de horst van de Keizerarend kunt bekijken. Hij stelde voor om er dan maar even heen te lopen, een kleine 2 km het bos in de bergkam omhoog vanaf de camping.
Ik vond het een goed plan en voor Udo was het een goed excuus om er weer even op uit te gaan. Hij had de dag ervoor het pad al wat gangbaarder gemaakt door hier en daar wat te snoeien. De eerste paar honderd meter was inderdaad flink dichtgegroeid met een hoop brandnetel o.a. en het was hier en daar nog best wat modderig. Het had veel sporen van wilde zwijnen en dassen die de boel nog eens extra losgooien. De vorige keer had Udo op de berghelling nog een mooi aantal edelherten zien rondlopen.
Onderweg een paar soorten gezien, Grote en Kleine Bonte Specht, Roodborst, Zanglijster, Geelgors, Grauwe Klauwier, wat Mezen, één Kruisbek overvliegend en op de kam Raaf en Zwarte Specht gehoord. Met de verrekijker kon je de horst zien en dat er iets in zat, maar het was nog heel erg ver weg, je had er dus wel een telescoop voor nodig om het goed te kunnen zien. Maar ik wist nu wel waar zich de horst bevond, dus een volgende keer meesjouwen dat ding.
Je kunt ook gewoon doorlopen. De hele afstand is zo'n 10 km dan kom je via de overkant van het dal op een klein weggetje terecht wat uiteindelijk weer bij de camping uitkomt.
Omdat we afgesproken hadden niet te lang weg te blijven hebben we dezelfde weg door het bos weer terug gelopen en waren we tegen 1:30 weer bij de tenten.
Op zoek naar de Sperwergrasmus
Met mijn buurman Udo (beheerder van Natuurmonumenten) en Hiele (een fanatieke vogelaar/vlinderaar) had ik afgesproken om een keer vroeg in de ochtend mee op pad te gaan, hadden ze al eens eerder gedaan. Ik wilde ook wel eens een keer een Sperwergrasmus zien en Hiele wou zijn eerste Syrische Bonte Specht wel eens zien. Rob van de camping zei al dat we weinig kans maakten, omdat ze waarschijnlijk al wel vertrokken waren, maar goed "niet geschoten is altijd mis" denk ik dan maar.
Om 6:00 uur de tent uit en toen zijn we rustig richting het dorp gelopen, daar had Udo in een oude dode boom zelfs op een eerdere ochtend meerdere SBS-en gezien. Maar helaas deze keer dus niet, het was rustig op één juveniele Withalsvliegenvanger, enkele Europese Kanaries en Zwarte Roodstaart na.
Aan het eind van het dorp ging een zandpad de berg op, Hiele had zijn zinnen op de SBS gezet en nam met enig twijfel afscheid en ging toch nog wat door het dorp lopen. Wij gingen de berg op om te kijken of we de Sperwergrasmus mogelijk nog zouden kunnen zien.
Langzaam lopend de bergkam op kwam je bovenaan op een mooi plateau terecht, prachtige bloemenweelde en heel veel ruige struweel. Er liepen al twee vrouwen bepaalde bloemen te plukken, geen idee waarvoor. Wat je daar vooral zag waren dus Grauwe Klauwieren, vanuit een standpunt kon je soms wel een stuk of zes zien, daarnaast nog een paar Roodborsttapuiten en Geelgorzen (juvenielen, hadden toch wel veel van de Grauwe Gors weg), die hier tevens voorkomt.
Toen we op de kam stonden hoorden we Bijeneters en al snel zagen we waar ze zaten, aan de overkant van het dalletje en de weg, bovenaan de rand van een kleine steengroeve, daar zag je ze zitten en rondvliegen bij enkele nestuitgangen. (Van de weg af is dit niet te zien).
Bijeneter
Struweel voor struweel werd afgezocht en telkens weer de Grauwe Klauwier. We kwamen al zo'n beetje aan op de plek waar het open karakter meer overgaat in het bos, op het laatst was er nog een heel mooi struweel. Udo zei laten we hier even blijven staan, dit is toch wel een van de laatste mogelijkheden, je weet maar nooit, en waarachtig na zo'n minuut kwam hij te voorschijn, de Sperwergrasmus, YES mijn eerste! En nog wel een adult mannetje, recht voor onze neus open op het struweel te zien! Prachtig zag ik de heldergele iris en zijn gebandeerde sperwerachtige borst. Er gaat op zo'n moment een siddering door je heen, je wilt wel hard roepen, maar goed dan is die weg. Al met al hebben we er zo'n 2 minuten van kunnen genieten, toen was die weg en bleef die weg. Verder lopend meenden we nog een Draaihals te hebben gezien, maar uit het struweel kwam alleen een Grauwe Klauwier tevoorschijn, dus dat weten we niet zeker. De dag ervoor had Udo er nog een Hop gezien.
Grauwe Klauwier
En ja hoor zoals dat me wel eens vaker is overkomen, doe je er jaren over om een soort eens te zien, heb je hem eenmaal, volgt al snel een tweede waarneming. Maar geloof het of niet, 200 meter verder aan de andere kant van ons pad zien we weer wat vogels iedere keer even opvliegen en een paar meter verder het struikgewas weer inschieten. Na voorzichtige nadering omdat de vogels steeds iets voor ons uit blijven vliegen, zien we weer Sperwergrasmussen, dit keer zelfs een stel met 3 jongen. Ze vliegen tot het eind van het struweel dat een meter of 20 lang was, daar vlogen ze niet meer uit. Wij dus aan het eind gewacht wat er zou gebeuren, wat denk je, zijn ze dus sluipenderwijs een meter of 10 door het struweel teruggegaan, en van daaruit vlogen ze weer op en vlogen ze weg de andere richting op, de stiekemerds. Afijn mijn (onze) dag kon niet meer stuk.
Terug op de camping durfden we het haast niet aan Hiele te vertellen, bang dat hij teleurgesteld zou zijn. Dat was wel een kleine teleurstelling, maar gelukkig had hij al op een eerdere ochtend met Udo wel al twee juveniele exemplaren gezien, dat maakte de teleurstelling dan weer wat minder groot. Zijn zoektocht in het dorp die ochtend leverde hem toch voor het eerst even snel een SBS op. Een dag later zag hij de SBS naar tevredenheid net buiten het kampeerterrein.
Ontmoeting met een bekende vogelaar
Aan het eind van de middag na een zeer warme dag waren alle kinderen wat met elkaar aan het spelen. Ik was even met Udo in gesprek toen Rob samen met Hans Dorrestijn kwam aangelopen. Rob slingerde alle kinderen even lekker in de rondte en, jawel, Hans kwam naast ons staan. Hij was heel relaxed en vertelde dat hij er al voor de derde keer dit jaar was. Ditmaal kwam hij op verzoek van Rob om aan een project van Rob bij te dragen door een film die over de vlinders gaat in te spreken. Ik heb hem maar niet verteld dat ik zijn boek nog steeds moet lezen wat bij mij al een tijd lang in de kast staat.
vlnr: Hans, Hiele,Karin, Ivan, John, Anniek en op de achtergrond de kinderen
De dagen daarna maakten we Hans ook eens mee op een andere manier dan als cabaretier. Hij deed lekker mee met de gesprekken en sterke verhalen 's avonds bij het eten of onder het genot van een wijntje of ander drankje bij het kampvuur. Op de site van Farm Lator staat zijn naam wel vermeld, maar je verwacht natuurlijk niet dat je hem tegenkomt. Het was dus een hele leuke en verassende ontmoeting met een bevlogen vogelaar en natuurliefhebber.
De Keizerarend komt naar je toe
Vaak in de ochtend wisselden we wat informatie uit over wat de moeite waard is om te zien en wat we zoal beleefd hadden. Zo ook die morgen stond ik even met Udo en Hiele te praten en zag ik net boven de bergen 4 roofvogels omhoog komen, twee ervan iets groter dan beide anderen. Udo had de verrekijker als eerste en dacht eerst even aan Schreewarenden, nog even beter kijken en ja hoor het moesten volgens hem wel de familie Keizerarend zijn. Snel de telescopen erbij gepakt en Rob en Hans kwamen snel aangerend. Het was prachtig te zien. Een van de juveniele vogels kwam recht over ons heen vliegen. Volgens Hiele komt deze ervaring zeer zeker hoog in zijn top 10 terecht. Heeft Hans toch het genoegen gehad om dit heugelijke moment met ons te mogen delen, de mazzelaar.
foto: Keizerarend - Hiele Lootsma
Kleine Hortobágy
Dit gebied bestaat voor een groot deel uit graslanden, maar wel met natte stukken erin, en daar tussen maïsvelden. Het belangrijke voordeel van dit gebied is dat het vrij compact is t.o.v. de (Grote) Hortobágy. De meeste vogels die in de grote zitten zijn hier eveneens te zien en dan is de kans om die aan te treffen vele malen groter. Voor de Sakervalk, Keizerarend en Scharrelaars geldt zelfs dat de aantallen in de kleine Hortobágy hoger liggen. De Keizerarend jaagt op de grondeekhoorns (siesels) die in de Hortobágy zitten. Wij hebben de siesels echter niet gezien.
Dit gebied is het best te doorkruisen via het dorpje Szentistván naar het dorp Tiszabábolna. Hier kom je over een fraai zandpad van 15 á 20 km terecht, waarbij je vanuit de auto de meeste mooie soorten kunt zien en zo het minste stoort in het gebied.
Ik ben er in totaal 3 keer doorheen gereden; de eerste keer gingen we met het gezin. Het leuke van dit weggetje is dat je aan het eind bij een kom van de rivier de Tisza uit komt, waar een klein strandje is gemaakt en we dus lekker konden zwemmen. Dat was geen overbodige luxe, omdat het ruim boven de 30 graden was de eerste 2 keer.
Als je het dorp Szentistván uitgereden bent staat er meteen al een groot bord langs de weg met daarop de Grote Trappen. Hiervan zit er ook een klein aantal in dit gebied, maar ze zien kun je helaas wel vergeten. Zeker in de zomer, daarvoor heb je echt een gids nodig die weet waar ze verblijven.
Na een paar honderd meter was het meteen al raak: een Kleine Klapekster vloog net naast de auto en ging telkens even bidden, prachtig gezicht. We hebben er op die manier een aantal kunnen bekijken. Bij de eerste hogere dode bomen zagen we onze eerste Scharrelaars, prachtige kleuren heeft dit beest. Dichtbij komen valt nog niet mee. Telkens als je denkt nog een paar meter voor een mooi plaatje, was die weer weg. Ik denk dat we er in totaal wel zo'n 20 hebben gezien, heel erg gaaf!
Kleine Klapekster
Een derde mooie soort waarvan we er meerdere zagen was de Roodpootvalk. Deze zaten ook in de hogere groepen bomen langs het zandweggetje. Tevens hier heel veel Torenvalken.
Verder zagen we nog een Schreeuwarend omhoog schroeven en enkele Bruine Kieken en Buizerds. Wat wel opviel was dat je overal in het land witte vlekken zag, dat waren allemaal Grote zilverreigers, 10-tallen zaten er. De Grauwe Klauwier zag je hier minder dan de Kleine Klapekster, de Grauwe Gorzen en Ringmussen zaten vaak in groepjes en vlogen op als je er langs kwam. De Zomertortels vlogen diverse malen op. Ooievaars liepen overal waar net gemaaid was.
De roofvogel die hier eveneens zit maar die wij helaas niet te zien kregen is de Sakervalk; hij zit vaak in de hogere hoogspanningsmasten.
Het pad zit wel vol kuilen en gaten, maar is toch goed te berijden. In de hitte van 35 graden stapte ik een keer uit om even beter naar een roofvogel te kunnen kijken, type Arend (waarschijnlijk een Zeearend), vlogen er meteen een aantal bijen naar binnen. Tevens werd je belaagd door grote dazen, dus met die hitte kon je maar beter kort buiten staan. De airco deed prima zijn werk en dat hield de kinderen dan lekker rustig. Over het eerste ritje deden we 2,5 uur zonder klagen.
Er zijn veel waterputten; via de stand van de hefarm seint men elkaar dingen door
Aan het eind rijd je door het dorpje Tiszabábolna en ga je de kruising over en op de dijk linksaf op 500 meter afstand kom je bij een plas met een klein strandje waar je goed kunt zwemmen. Wel oppassen voor waternoot, deze plant heeft een harde vrucht met akelige stekels, hier moet je niet op stappen!
Het mooie van deze zwemplek is dat het er rustig is (nooit meer dan 20 personen gezien hier), dat je aan een uitloper van de rivier de Tisza zit en dat zwemmen hier uitstekend samengaat met vogels kijken. Om ons heen hoor je de Buidelmezen die verderop een mooi nest hebben hangen, meerdere Kwakken zie je staan langs de waterkant in het riet, was leuk dichtbij te zien op een 10 tal meter toen ik zelf in het water zat. Verder Grote zilverreigers en Purperreigers goed te zien en overvliegend naast de Kwakken, Witwangstern en Zwarte Sterns, en in het riet de Rietgors, Rietzanger en Kleine en Grote Karekiet en als zangvogel waren er o.a. Fitissen en Grauwe Vliegenvangers.
Als toetje konden we zelfs tot 4 keer toe een Zwarte Ooievaar zien opstijgen en wegvliegen uit de Ooibossen aan de overkant van het water. Kortom een prachtige ontspanplek voor het hele gezin.
Over de tweede rit kan ik kort zijn, geen één Scharrelaar of Roodpootvalk, nog wel 2 Kleine Klapeksters. Er stond ontzettend veel wind en die kwam van achteren, dus we reden eigenlijk zelf de hele tijd in onze eigen gecreëerde stofwolk. Verder geen bijzonderheden deze keer, maar snel doorgereden om te gaan zwemmen bij de zwemplek.
De derde keer ben ik samen met mijn buurman Udo vroeg in de morgen al heen gegaan. We stonden om 4.15 op. Bij het toiletgebouwtje in de bossage ontdekte Udo nog een Nachtegaal. Voordat we weggingen liepen we eerst nog even aan de overkant van de camping, het huis daar is ook eigendom van Rob en Barbara, waarin ze kamers verhuren. Achter het huis is een mooie oude fruitboomgaard met bomen van soms wel ouder dan 100 jaar, en hier zaten Relmuizen. Deze nachtdieren wilden we ook nog wel even zien, nu het toch nog schemerig was. We hebben ze even gezien, maar ze waren bijzonder snel weer vertrokken naar een andere boom.
Koeien zoeken verkoeling bij dik over de 30 graden
We hadden de laatste dagen toch over de 30 graden gehad, het was behoorlijk bewolkt en hier en daar vond ik de lucht toch wat dreigend. Voor de zekerheid de stoelen maar even onder de tarp gezet wat later geen overbodige luxe bleek.
Toen we bij de Kleine Hortobágy aankwamen zagen we achter ons het Bükk gebergte liggen met daarboven zwarte wolken wat op regen duidde; dat bleek achteraf. Het bleef heel lang donker, ook bij ons. Je kon nog geen fatsoenlijke foto maken van de Scharrelaars of Roodpootvalken die we toen al een paar keer hadden gezien; het bleven op de foto maar silhouetten. Het was wel windstil die ochtend. En het kon natuurlijk niet uitblijven, halverwege de rit begon het wat te regenen. Rob had al gewaarschuwd als het regent kun je er beter niet rijden dan wordt het spekglad, en dat was ook zo. De klei spatte van de wielen tegen de onderkant van de auto aan, een getik van jewelste. De bui was gelukkig van korte duur en we stapten even uit bij een klein woonverblijf om naar een uitkijktoren te wandelen die daar een stukje achter lag. Op de autobanden was geen profiel meer te zien, helemaal dichtgeslibd van die kleigrond.
Lopend naar achteren hoorden we de Wielewaal mooi zingen, in het watertje waar we langsliepen gilde nog een Dodaars en vloog een Grote Zilverreiger weg. Aangekomen bij de uitkijktoren bleek het niet eens aan het water te liggen, maar bij een voederveldje. Het was een jagerstoren dus, en nog niet helemaal afgebouwd. Er vlogen daar wel weer een aantal Purperreigers rond, 9 van de 10 reigers was hier een Purperreiger. Hier tevens een paar Houtduiven, die ik in Hongarije weinig gezien heb. Vanaf de toren kon je wel in de verte naar een plas kijken waar dan de goede uitkijktoren stond, maar hoe je daar nu moest komen, geen idee. Er liep nu niet echt een pad naartoe vanaf onze kant. Er vlogen op dat moment wel duizenden eenden door de lucht, opgejaagd? Tevens liepen we langs een paar nestkasten van de Scharrelaars, die al niet meer bezet waren, en zagen we nog een Rietgors, Roodborsttapuit, Kievit, Bonte Kraai en zwermen Spreeuwen.
Later onze weg vervolgend meenden we nog een Kortteenleeuwerik op het pad te zien zitten, maar helaas, het was toch een Veldleeuwerik, die er wel meer vlogen. De vorige dag had Udo er een paar gezien en toen hij erheen liep vloog er een groepje voor zijn voeten weg. Wel leuk een aantal Zomertortels telkens voor de auto. Een vos bleef ons een tijdje aanstaren midden op het pad en ging weer zijns weegs. Kwartels en een keer een Patrijs gehoord vanuit de auto; Gele Kwikstaarten jong en oud vlogen er een paar van in het kortere gras en op gemaaide velden zaten veel Geelpootmeeuwen.
In het maïsveld naast het pad stond gewoon een grote plas water, hier had Udo nog Steltkluten en Watersnippen gezien.
Scharrelaar
Toen het licht weer beter was geworden hebben we toch nog wat foto's kunnen maken van o.a. de Scharrelaars en de Kleine Klapeksters, waarvan we er nog een paar zagen. Deze rit leverde eveneens geen Sakervalk op helaas.
We waren om 9:00 uur weer met verse broodjes en al op de camping, het was dus een geslaagde ochtend. Halverwege dacht ik nog we hebben de verkeerde dag uitgezocht, maar het viel allemaal mee gelukkig.
Link naar GoogleMaps: Kleine Hortobágy
Nationaal Park Hortobágy
kijktoren
Deze gigantische grasvlaktes (Poesta) zijn echt een mooi steppegebied dat zijn gelijke in europa niet kent. Een gedeelte ervan is gecultiveerd en er zit een groot gebied met visvijvers in. Je kunt er rondrijden, maar echt toegankelijk met de auto is het gebied niet. Er staan wel een aantal kijktorens van waaruit je een mooi overzicht hebt over de vlaktes.
Er is een parkeerplaats aan weg 33 bij een broedkolonie Bijeneters, waarvandaan je dan weer naar een hut kunt lopen (een paar honderd meter) en naar een kolonie van Roodpootvalken.
In het dorp Hortobágy is een bezoekerscentrum aanwezig en een redelijk groot opvangcentrum voor vogels waar we nog even gekeken hebben. Wat er vooral veel zat waren Ooievaars en Buizerds, daarnaast o.a. nog 2 Zeearenden, 1 Notenkraker, 1 Slechtvalk, wat uilen en wat ander spul. Op de dag van onze grote rondrit verder niet veel speciaals gezien. Het was bijzonder warm, ergens tussen de 35 en 40 graden. Vergelijk het maar met als je bij ons op de heide zou staan op een warme dag, tel daar dan maar gerust een paar graden bij op.
Grote Trap, Sakervalk en Zwartkopgors zijn wel de bijzondere soorten hier, maar voor allen geldt: niet eenvoudig om te zien in de zomer, hier heb je wel een gids voor nodig. Een groepje gasten bij ons op de camping had via Rob een gids met auto geregeld. Je moet het wel op tijd regelen, bij hun zat er bijna een week tussen. De kosten vielen mee: omgerekend 64 euro voor 1 auto met gids voor 4 personen voor 4 uur dwars door het gebied heen waar je anders niet mag komen. Ze hadden inderdaad een aantal Grote Trappen gezien van zo'n 500 meter afstand, maar het mooiste was de Sakervalk die ze zagen. Die greep net een prooi en ze hebben de vogel prachtig vanuit de auto kunnen bewonderen. De enige plek waar je de Grote Trap eventueel zou kunnen zien is langs een klein weggetje vanaf weg 33 richting Nagyivan.
Link naar GoogleMaps: Nationaal Park Hortobágy
Veeschuur, wordt voor schapen of koeien gebruikt
Visvijvers bij Halasto
Na het ochtendbezoek die dag met Udo naar Kleine Hortobágy, ging ik deze keer met het gezin naar de Visvijvers in de (Grote) Hortobágy bij Halasto. Het was nog iets bewolkt dus zou een goede dag zijn; later werd het wel weer warmer toen we er waren.
We deden het rustig aan. Udo en zijn gezin gingen daar eveneens heen en zij waren al een uurtje weg voordat wij eens op pad gingen. Om de visvijvers te bezoeken moest je wel een toegangsbewijs kopen bij het loket, waar je een ticket kon kopen met een rit voor het treintje, wat je naar achteren bracht naar de verste kijktorens (ca. 4 km). We wisten wel dat er om 1 uur een treintje ging en dachten dat er om het uur eentje ging, dus vijf voor 1 kwamen we aan op de parkeerplaats en het treintje stond al klaar met vele passagiers er in. Ik had geen zin om alles snel te pakken en nog een kaartje te kopen en halsoverkop dat treintje nog te pakken en rekende maar op de volgende van 2 uur, we hadden toch geen haast. Het treintje reed op tijd weg en ik zag nog net in de verrekijker de buren in het treintje zitten zwaaien en zwaaide nog even terug. Bij het loket aangekomen bleek ik een misrekening te hebben gemaakt. Dat ding ging niet om het uur, de volgende ging pas om 3 uur, dat was even balen. Toen hebben we maar besloten om het dan maar omgekeerd te gaan doen, naar achteren lopen langs de diverse hutten en dan met het treintje terug.
Waterbuffels
Deze dag zou ik het Woudaapje zien. Udo en Hiele hadden er ieder afzonderlijk eerder die week al meerdere gezien; nou ik nog niet in Hongarije.
We liepen naar de eerste kijktoren toe. Onderweg vlogen er twee Wielewalen mee, beide mannetjes die tegen elkaar op aan het zingen waren, mooi te zien af en toe. Waterbuffels zaten hier lekker in een modderpoel.
foto: Buidelmezen, die vlogen af en aan!
Vanaf de torens zag je Dwergaalscholvers, veel Witwangsterns nog met jongen en Kwakken overvliegen; meerdere Grote Zilverreigers en 1 Zwarte Ruiter op een slikplaatje, hier streek tevens een Ralreiger neer die voorbij kwam vliegen. Toen we daar een stukje over de spoorbaan lopend (mag eigenlijk niet) heen gingen bleken er zelfs twee te zitten en hier nog een Watersnip. Langs het spoorbaantje kwam ik een prachtig nest van een Buidelmees tegen nog volop in productie; ze vlogen af en aan. Die hadden we anders niet gezien als we het pad gevolgd hadden. Later nog een klein plasje waar naast een paar Kwakken en Grote Zilverreigers ook een Kleine Zilverreiger prachtig aan een rietstengel zat (à la woudaapje). Toen ik zo ver was er een foto van te maken kwamen er net twee fietsers van de andere kant aan. Wég Kleine Zilverreiger dus.
Morris trouwens nog zo'n 1.5 km op de nek getild met de telescoop in de ene hand en verrekijker in de andere. Toen aangekomen bij het eindstation van het treintje dat net een lading passagiers had afgeleverd die nu allemaal op de toren stonden te luisteren naar een plaatselijke gids die van alles vertelde in het Hongaars. Maar even een kwartiertje gewacht tot het treintje weer vertrok en de toren leeg was. Van hieruit kon je een Lepelaarkolonie zien zitten, tevens o.a. Dwergaalscholvers, Kwakken, Grote Karekiet, Baardmannetjes, Witoogeenden en veel Witwangsterns.
We zagen op een gegeven moment de buren aan komen lopen van de verste hut, en toen ze bij ons waren vroeg ik hem nog eens ‘nou het Woudaapje nog gezien? "Ja net nog twee stuks" zei die, en ja hoor net als ik de andere kant op kijk ziet hij er weer een uit het riet opkomen en een klein stukje verder weer neerploffen. Weer gemist dus. Maar goed, een kleine troost: ik hoorde hem wel.
Op een gegeven moment drong het pas tot mij door dat ik al een paar keer Kraanvogels had gehoord en ja hoor zie ik in de kijker net zo'n 150 stuks aan komen vliegen. Daar had ik helemaal geen rekening mee gehouden. Bleken er in het achterste water een kleine 500 te zitten. Die kon je echter niet zien vanuit de toren, maar had Udo daar achterin wel mooi kunnen bekijken. Net op het moment dat ik trouwens die Kraanvogels aan het volgen was vloog me nog tot grote verassing een Klapekster door mijn beeld heen. Geweldige mazzel.
één van de visvijvers
Inmiddels was het laatste treintje van de dag gearriveerd. Van veraf leek het trouwens net of alleen de locomotief eraan kwam, toen schrokken we wel even en dachten we dat we ook nog terug moesten lopen. Het treintje zat wederom tjokvol met mensen die met de gids meegingen 100 meter verder naar de kijktoren om het verhaal aan te horen. Wij namen maar snel plaats in het treintje met nog een paar andere mensen die al stonden te wachten. Ik was in ieder geval niet van plan nog een poot te verzetten, ze lossen zelf dat probleem maar op als ze te veel kaartjes verkopen. Maar goed, iedereen kon uiteindelijk mee, het was net als een bus in het spitsuur de helft moest staan. Het was een mooie dag maar een ding is me niet gelukt, ik heb nog steeds "mijn" Woudaapje niet gezien, en dat is het niet geworden helaas in deze vakantie. (frustratiesoort).
Link naar GoogleMaps: Visvijvers bij Halasto
De Natuurbeleving van de kinderen op de camping
Ik had al gezegd dat er voor de kinderen aan speelattributen niet veel te kiezen was. In eerste instantie vonden we dat wel een beetje een tekortkoming, maar achteraf gezien pakte het gelukkig toch allemaal anders uit. Er waren genoeg kinderen zodat ze leuk met elkaar konden spelen.
Daarnaast hebben de kinderen genoten van de andere gasten op de camping die de kinderen meenamen in hun natuurbeleving met hun enthousiasme.
Zwarte Roodstaart; voor deze vogels was het iedere ochtend een makkelijk feestmaal na de vlinderdeterminatie
Zo waren er een Noor en een Schot die heel fanatiek met de vlinders bezig waren, ze stelden iedere avond een paar grote lampen op, die in de nacht dan de Nachtvlinders naar zich toe trokken, ze vielen in eierendoosjes die onderin stonden en bleven daar rustig in liggen. Iedere ochtend werd de buit bekeken, daarbij zaten vaak de kinderen mee te genieten van alle vreemde vlinders die te voorschijn kwamen, er zaten hele fraaie exemplaren bij, zie hier op de foto het eikenblad.
In de avond op het moment van donker worden nam John, een Engelsman, de kinderen onder zijn hoede door ze met zijn Batdetector naar de Vleermuizen te laten luisteren en kijken. De kinderen, allemaal voorzien van een zaklamp, liepen achter John aan zoals Ivan mijn Belgische buurman opmerkte als bij "de rattenvanger van Hamelen". Ze gingen naar de oude boomgaard achter het huis aan de overkant van de weg. Ze hebben in ieder geval 3 soorten waargenomen, welke weet ik echter niet. Ze vonden het allemaal wel spannend in ieder geval en leuk. John had het er maar druk mee maar genoot er eveneens van. Terug op de camping had de Noor nog een paar Glimwormen gevonden. Die kleine "led" lampjes vonden ze zeer leuk om te zien.
Dus al met al hebben de kinderen zich goed vermaakt. Je hebt dus heus niet altijd van alles nodig, de natuur biedt toch wel genoeg spannende uitdagingen voor de kinderen.
Eikenblad
Rondwandeling over vlonderpad
Ik had een boek gekocht over de Hortobágy uitgegeven door CrossBill Guide (ISBN: 978-90-5011-276-8), een Engelstalig boek met zeer bruikbare informatie. Als je naar dit gebied gaat is het een must deze aan te schaffen vind ik. Daarin staan een aantal routes beschreven zowel voor de auto als wandelingen. Één ervan was een wandeling over een vlonderpad bij het moeras van de Tisza bij Poroszló.
Bij dit dorpje moet je een pontje pakken dat je over de rivier brengt naar een vlonderpad van zo'n 1500 meter lengte dat ze daar aangelegd hebben in 2005 om het ecotoerisme te bevorderen. Hier kun je een rondje lopen in het moerasgebied met daarbij een aantal torens en vogelkijk hutten. Vrijwel bij iedere hut zat iemand die uitleg gaf over het gebied. In het Engels konden ze zich goed redden, wordt dus wel werk van gemaakt hier.
Vlonderpad; ik samen met Morris en Finn
Bij de eerste hut zagen we o.a. Dwergaalscholvers zitten, een paar Witwangsterns met jongen op hun vlotjes, en meerdere Witoogeenden met jongen die bijzonder zijn voor dit gebied. Het pad is goed onderhouden en er wordt veel gebruik van gemaakt. Tijdens het rondlopen nog o.a. Grote en Kleine Karekiet, Baardmannetjes en Buidelmezen gezien of gehoord. Af en toe vloog er een Kwak over en een Bruine Kiekendief liet zich mooi bekijken zwevend over de rietvelden waar die later in verdween. Tevens is hier een Zwarte Ooievaar of Zeearend mogelijk; voor ons helaas niet.
Je moet wel even rekening houden met de vaartijden van het pontje, als je er anderhalf uur voor uittrekt is dat wel voldoende. Zorg dan wel dat je weer bij de opstapplek aanwezig bent, anders zit je er nog 1 uur langer. Toen wij daar waren was het ruim boven de 30 graden en ja, veel schaduw heb je er niet. Daarna teruggevaren en daar waar de auto stond was een groot strand, waar honderden mensen genoten van de mooie zwemplek daar. Hier konden de kinderen zich weer even lekker uitleven in het water, een goed compromis dus.
Link naar GoogleMaps: vlonderpad (zie rondje in het moeras)
Witoogeend
Conclusie
Hongarije is een goed land om op vakantie te gaan. Het ziet er vriendelijker en mooier uit dan we vooraf gedacht hadden. Het heeft een mediterraan klimaat, de zomers zijn daar warmer dan omringende landen. Wat natuur en vogels betreft valt er genoeg te beleven en te zien. Ook op cultureel gebied (waar ik het in dit verslag niet over heb gehad) heeft het land genoeg te bieden door zijn geschiedenis. Budapest waar we ook geweest zijn, is ook een prachtige stad met zijn vele verhalen. Kortom een verrassend land om er eens heen te gaan!
____________________
Links:
Hoi Henk,
Via Udo, via Hester je link ontvangen. Leuk verhaal, je krijgt meteen zelf zin om heen te gaan! Draag je altijd een baard, of is dat je vakantiebaard? Morris en Finn zijn al echte kereltjes geworden. Met Bjorn gaat het ook goed, hij loopt wat achter in zijn ontwikkeling, maar heeft ineens het licht gezien en begint aan een inhaalslag. Doe Karin en de jongens de groeten.
John
Hoi John,
vakantiebaardje, ach op de camping komt het er niet altijd van en is het geen noodzaak.
en de wereld is dan klein blijkt de vrouw van Udo, de collega van Hester te zijn bij jullie in Utrecht.
groeten,
Henk
Bedankt voor dit mooie verslag.
Zelf verblijven wij gedurende langere periodes in Poroszlo en zijn dus goed bekend met de in het verhaal beschreven gebieden.
Onze vogelkennis is niet zo groot en jullie verhaal heeft er wel aan bijgedragen om deze te vergroten, waarvoor dank.
Waldie